Surf Kennis

Een database vol beknopte no nonsense informatie om jouw surfprogressie op gang te helpen! Kies je categorie en vind de tips die je nodig hebt

HOME | SURFKENNIS |Voorspellen |Leer surf voorspellen – Les 4: Getijden

Getijdegrafiek met Laagwater, Vloed, Hoogwater en Eb

Leer surf voorspellen – Les 4: Getijden

Dit artikel maakt deel uit van een reeks artikelen waarin we je leren hoe je zelf een surfvoorspelling kan maken. We adviseren je deze volgorde aan te houden:

 

Les 5: Getijden

Naast de swell en de lokale wind is er nog één factor die relevant is om te bepalen wanneer de surf het beste wordt, het getij. We zullen niet te diep ingaan op de maancyclus en hoe deze invloed heeft op de waterstanden gedurende het jaar. Hiervoor kan je je helemaal uitleven op Wikipedia. Wat we je wel leren is welke invloed de getijden hebben op de surfcondities. En hoe je de getijden meeneemt in het maken van je surfvoorspelling. Want naast dat we de bekende vloed en eb stand kennen, brengen de getijden ook stromingen met zich mee.

Eb en vloed

Getijden hebben alles te maken met de waterstanden. Iedere dag is er twee maal hoog water (vloed) en twee maal laag water (eb). Daartussenin heb je het opkomend tij, het water komt dan ‘omhoog’ van eb naar vloed. En het afgaand tijd, de waterstand gaat dan weer ‘omlaag’ van vloed naar eb.

Om te begrijpen waarom de getijden belangrijk zijn voor de surf, en waarom de getijden op verschillende spots goed of niet goed werken, is het goed om even wat achtergrond informatie te geven over hoe golven breken.

Hoe golven breken

Wanneer golven niet worden geremd door een ondiepe bodem, kunnen golven duizenden kilometers afleggen. Als een golf ondiep water bereikt,  wordt de golf boven het wateroppervlak omhoog geduwd. Dit is de golf waar wij op surfen. Wanneer de zeebodem heel geleidelijk aan ondieper wordt, dan zal er weinig golf te bekennen zijn. Maar wanneer golven plots tegen een steile zandbank aankomen, ontstaat er een sterke golf. Hoe steiler de zandbank of het rif is waar de golf tegenaan loopt, hoe sterker/holler de golf zal breken. 

Nazaré, Portugal

Het meest extreme voorbeeld van een steil oplopende zeebodem is Nazare, Portugal. Hier is de grootste golf ter wereld (ruim 30 meter hoog) gesurft. Dit komt doordat er in de zeebodem een zeer diepe trog in een v-vorm uitmond recht voor de kust van Nazare. In combinatie met sterke atlantische swells, worden hier enorme massa’s golfenergie via de stijl oplopende trog omhoog geduwd. Resulterend in mega hoge golven.

Maasvlakte, Nederland

Ook in Nederland zijn er spots met een bijzonder steil oplopende zeebodem en daarom sterk brekende golven. Maasvlakte is zo een spot. Omdat de Maasvlakte kunstmatig is aangelegd, is er dieper in zee een plots stijler wordende zeebodem waar de swell tegen aan ‘botst’ en omhoog wordt geduwd. In plaats van dat deze eerst langzaam wordt geremd door een vlak oplopende zeebodem en vervolgens breekt op het strand. Daarom is de Maasvlakte bij uitstek geschikt voor gevorderde surfers die op zoek zijn naar de magische tube ride.

surfen op de maasvlakte

Getijden en zandbanken

Golven komen dus boven het wateroppervlak uit wanneer deze op een ondiepe bodem of zandbuik lopen. Nu is het zo dat de diepte van een zandbank verandert met de hoog en laag waterstand (eb en vloed). Tijdens hoogwater liggen sommige zandbanken zo diep dat er geen golven op breken. De golven breken dan pas op het strand. Je ziet dan bijvoorbeeld wel de golf omhoog komen op de achterste bank, maar deze is niet stijl of hoog genoeg om op te surfen. De golf loopt dan over de bank en breekt pas veel dichterbij het strand, waar het water nog ondieper is. Andersom, liggen de zandbanken ver uit de kust met laag water (eb) juist heel ondiep en kunnen de golven er wel goed breken. 

De getijden van eb en vloed, hebben dus direct invloed op de surfcondities en dus de surfvoorspelling. Sommige surfspots hebben de mooiste golven met hoog water, omdat deze bijvoorbeeld een sterk oplopend strand hebben. Je wilt dan niet dat de golven op de diepere banken breken en al veel energie verliezen voordat ze aan het strand komen. Een goede hoog water surfspot is bijvoorbeeld Hoek van Holland, waar met de juiste swell en wind mooie kleine barrels te vinden zijn tijdens vloed.

Getijden stroming

De getijden geven niet alleen verschillende waterstanden. De getijden brengen namelijk ook stroming met zich mee. Hoe hard de getijde stroming is, is afhankelijk van de maanstand. Hier gaan we nu niet verder op in. Wat belangrijk is om te onthouden is het volgende. Opkomend tij geeft altijd stroming richting het noorden en afgaand tij brengt stroming richting het zuiden. Niemand houdt ervan om kilometers over het strand terug te lopen omdat je in een uur tijd naar het volgende dorp bent afgestroomd.

Wil je voorspellen hoe hard en welke kant op de stroming zal staan tijdens het surfen, dan bekijken we voornamelijk de lokale wind en het getij. Wanneer beiden dezelfde kant op staan, stroom je vanzelfsprekend harder af. 

Voorbeeld: De lokale wind is 15 knopen sideshore uit het noorden (van noord naar zuid). Je gaat surfen met afgaand tij. De getijde stroming met afgaand tij loopt naar het zuiden toe. Zowel de wind, als de getijde stroming duwen je dezelfde richting op. 

Opletten bij obstakels

Nu kun je de stroming voor lief nemen, omdat je net nog een paar uurtjes wilt surfen voordat het donker wordt. Maar het wordt wel vervelend wanneer er obstakels in zee liggen die de stroming langs het strand, naar buiten leiden richting zee. Dit is bijvoorbeeld het geval met de havenmondingen bij Hoek van Holland, Scheveningen, Ijmuiden en Wijk aan Zee. Nogmaals een voorbeeld om de situatie toe te lichten:

Er staat een mooie sterke noordswell van 1,5 meter hoog, 5 seconde periode, , met lokaal 15 knopen Noord-Noord-West wind (sideshore). Klaas slaapt nog even uit en duikt vervolgens het water in op Scheveningen Noord met afgaand tij. Zodra Klaas het water in loopt merkt hij een harde stroming richting het zuiden. Hoe kan dit?

Logisch; Zowel de golven, als de wind, als de stroming van het tij duwen je allen dezelfde richting op, richting het zuiden. Ga je er op dat moment in, betekend dat dat je enorm zult afdrijven. Ga je er in bij een spot met een pier aan de linkerzijde (zuid), dan kan er zelfs een gevaarlijke situatie ontstaan. Alle stroming richting het zuiden loopt namelijk tegen de pier aan en kan dan maar één kant op, naar buiten richting zee. Het is zeker voor beginnende surfers moeilijk om uit zo een stroming te komen en met regelmaat moet hierdoor de KNRM in actie komen om surfers uit zee te plukken.

Had Klaas in deze zelfde situatie er met opkomend tij (of rond hoogwater) in gegaan, dan had de getijde stroom en de swell/windrichting elkaar opgeheven en had Klaas veel minder last gehad van de stroming.

Einde van les 4: Getijden

Je hebt geleerd dat naast swell en lokale wind, de getijden belangrijk zijn om te bekijken voor een goede surf voorspelling. De getijden beïnvloeden de surf op twee manieren. De hoog en laag waterstand waardoor golven voorin of helemaal achterin breken. En de getijde stroom, die in combinatie met de lokale wind kan zorgen voor harde stroming wanneer deze beiden dezelfde kant op staan.

Je hebt nu alle kennis in huis om je allereerste echte surfvoorspelling te maken. In de volgende les leggen we je uit hoe de factoren swell, wind en getij samenvallen en hoe deze voor epische Franse surfcondities in Nederland kunnen zorgen.

Lees verder over surf voorspellingen in les 5: Je eerste surfvoorspelling

Andere kennis artikelen...